Jietske Vermoortele werkt met persoonlijke archieven, via het documenteren van haar lichaam en stem, dichte relaties en haar omgeving. Haar praktijk ontstaat uit de act van verzamelen en samenbrengen. Thema’s zijn lichaamsherinneringen, het huis als container, samenleven en verwantschap.
Kapinga Joséphine Muela Kabeya is vooral bezig met spiritualiteit, vrouwelijkheid, rituelen en het verkennen van het bestaan. Haar werk, speels en naïef, weerspiegelt haar zoektocht naar verbondenheid met de natuur, het toe-eigenen van haar eigen plek en het rechtvaardigen van haar bestaansrecht als een queer vrouw van kleur.
Merel Stolker bouwt haar kunstpraktijk rond menselijk contact. Onze relaties zijn iets wat we vaak als vanzelfsprekend zien, waardoor we zelden stilstaan bij alle sociale regels en normen die onze interacties onopgemerkt vormgeven. Merel voert doorlopend onderzoek naar sociaal contact, door het te bevragen en te verdiepen. Momenteel richt ze zich vooral op de vraag wat er gebeurt als onze relaties moeizaam gaan en we ons eenzaam voelen.
Jana Coorevits’ artistieke praktijk bevindt zich op het snijvlak tussen experimentele film, fotografie en beeldende kunst. Ze buigt zich over vraagstukken rond vrouwelijkheid, kwetsbaarheid en trauma. De afgelopen jaren lag haar focus op de zoektocht naar manieren om via artistiek werk te kunnen spreken over persoonlijke en collectieve ervaringen met seksueel geweld.
Alles wat Joanneke Jouwsma onderzoekt rondom Hoe er te zijn? staat in verbinding met haarzelf. De zelfportretten nemen verschillende vormen aan en dragen thema’s zoals het vrouwelijk lichaam, religie, identiteit, psychische stoornissen en de natuur. Zo creëert Jouwsma een ruimte met verschillende ritmes en herhalingen waarin de zelfportretten nagalmen als gedichten.